ErTAZeens | 20 JAAR TAZ

Yannick Dangre en Anne Büdgen

Prinsen en prinsessen der poëzie

2015
Literatuur
cc De Grote Post

David Troch interviewt zes avonden op rij een jong dichttalent uit Vlaanderen en Nederland.
Het jonge geweld verklapt o.a. wie hun grote voorbeeld is en leest voor uit eigen werk.

Yannick Dangre (BE, 1988) debuteerde op tweeëntwintigjarige leeftijd met de roman Vulkaanvrucht, waarvoor hij de Debuutprijs kreeg. Voor zijn eerste dichtbundel, Meisje dat ik nog moet, kreeg hij een nominatie voor de C. Buddingh`-prijs en hij won er de Herman de Coninckprijs mee. Zijn tweede roman Maartse kamers werd getipt voor de AKO Literatuurprijs.

Anne Büdgen (NL, 1979) woont en werkt afwisselend in Amsterdam en Den Haag. Ze schrijft gedichten en theaterteksten, geeft workshops poëzie en maakt concepten voor (ervarings)theater, vaak in samenwerking met andere makers. Na haar debuutbundel ze hapte van een tomaat, volgde de dichtbundel Ik schrijf u nog.