De eerste zesdaagse editie van Theater aan Zee vindt plaats in 1997, van 4 tot en met 9 augustus, maar TAZ heeft een langere voorgeschiedenis. In 1994 organiseerde de toeristische dienst van Oostende al ‘parkconcerten’. Deze hadden hun publiek maar bleven beperkt tot een paar dagen entertainment in de zomer.
Dries Vermeesch (toenmalig schepen van Toerisme): ‘Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat de aandacht voor evenementen er al was door de oprichting van de vzw Dynamo. Dit was een dienst, maar ook een aparte vzw met als doel nieuwe evenementen en animaties te creëren, ook in openlucht. Zo organiseerden we de Pléiade, en in het Leopoldpark ook af en toe iets. Toen de kans zich voordeed om drie verschillende diensten - de stedelijke dienst van toerisme, de vzw Promotie Toerisme Oostende, die alleen promotie voerde, en waarvan Geert Declerck directeur was, en de vzw Dynamo, te bundelen tot een structuur hebben we dit gedaan, dit is nog steeds de de huidige structuur van Toerisme eigenlijk.’
Geert Declerck wordt directeur van de overkoepelende en autonome vzw Toerisme Oostende. Hij heeft zelf gestudeerd aan Herman Teirlinck en heeft een grote affiniteit met theater. In 1996 beslist Toerisme om de parkconcerten af te voeren en een ruimer evenementen ‘festival’ op te zetten. Vanuit zijn interesses en professionele bezigheden is Marc Lybaert (actief betrokken bij theater, docent aan het RITS en regisseur bij de toenmalige BRT) de aangewezen persoon om de rangen te vervoegen. Dries Vermeersch, Mark Lybaert en Tony Roels (bezieler van het Oostendse theaterzaaltje De Illusie) richten ‘Theater aan Zee’ op. Er is snel grote steun vanuit de stad en een sterke professionele basiskern bokst TAZ in elkaar.
Marc Lybaert: ‘Zij wilden graag een theaterfestival organiseren en vroegen mij een voorstel te doen. Voorwaarde was dat het niet te lang mocht duren, en 14 dagen later spraken we opnieuw af. Ik had een drietal voorstellen klaar waaronder het voorstel om met jonge theatermakers te werken. Ze kozen om dit verder uit te werken. Ik dacht eerst dat het voor het jaar erna was, maar toen bleek dat ze al augustus dat jaar in gedachten hadden. Ik heb toen al mijn vrienden, collega’s etc. opgetrommeld. Collega’s van de VRT, van het Rits, mensen die ik nog kende van theater, acteurs … En zo is alles van start gegaan.’
Van bij de start wil TAZ dus het werk van jonge theatermakers tonen (onder de noemer ‘Theaterscholenconcours’), workshops geven en alle artistieke disciplines verbinden en tonen aan een groter publiek. Het is ook de periode van herstructurering en fusering van theateropleidingen. Terwijl de studenten bij de eerste editie nog niet gestimuleerd worden (vanuit de opleidingen) deel te nemen aan TAZ, zal dit de jaren nadien snel veranderen. Studenten van het RITS, Conservatorium Gent, Studio Herman Teirlinck … zakken gretig af naar Oostende en omarmen de ‘ontmoetingsfunctie’ die TAZ ook nu nog hoog in het vaandel houdt.
Marc Lybaert laat zich omringen door een aantal mensen uit het professionele circuit (Luc Muylaert (huidig artistiek leider), Luc Bosmans (huidig bestuurder), Geert Van De Walle, Vincent Rouffaer … ) en werkt de idee uit van een (werk)platform voor alle podiumkunsten, met veel aandacht voor het experiment: proberen is belangrijker dan winnen.
Gezien Oostende geen theaterinfrastructuur heeft – behalve dan de kleine zalen van De Illusie en Theater Malpertuis – dient men op zoek te gaan naar locaties. Een van de allereerste locaties is Fort Napoleon, op de vooravond van de restauratie.
Marc Lybaert: ‘Ik vond het belangrijk om te tonen dat de stad veel meer is dan het centrum of de zaal en misschien was het een zege dat we geen grote infrastructuur hadden.’
De Stichting Vlaams Erfgoed is van plan Het Fort in 1999 echt in gebruik te nemen, en een rol als ‘culturele ankerplaats’ is een van de pistes.
Interview TAZ - Marc Lybaert: ‘Dit heeft eigenlijk een hele voorgeschiedenis. Het gebruikmaken van Fort Napoleon is eigenlijk een oude droom van Bert Verhaegen die programmeerde in Oostende en in het casino. Hij had mij gevraagd, omdat ik bij de amateurs in Oostende soms ook iets regisseerde, een groot spektakel te starten over de oorlog. Maar toen was het nog onmogelijk om in Het Fort te werken en toen we starten met Theater Aan Zee waren de verbouwingen nog bezig. Zo heb ik ook die architecten leren kennen, die dan zo vriendelijk geweest zijn de stellingen te laten staan. (…) Maar ik vond het dus wel belangrijk om die statements te doen, dat de stad veel meer is dan het centrum of de zaal en misschien was het een zegen dat we geen grote infrastructuur hadden. Ofwel een hele grote zoals het Kursaal ofwel twee heel kleine theatertjes zoals de Illusie en Malpertuis.’
De studenten van het Conservatorium Gent integreren de steigers zelfs in hun voorstelling De Bacchanten. En Napolejong (9+) van Blauw Vier (nu Laika) gaat de geschiedenis in als het ‘eerste Zonsondergangspektakel’.
Ook andere plekken dienen als locatie, bv. de RMT (Regie Maritiem Transport), de kelders in het Kursaal, het Feest- en Cultuurpaleis. Op locatie spelen is een uitdaging maar biedt ook een meerwaarde. Het publiek én de makers ontdekken verborgen plekken in en om Oostende en vaak vormt de locatie een extra laag bovenop de voorstelling.
De eerste jaren palmen grootse spektakels ook de Oostendse straten en pleinen in, met internationale gezelschappen als Xarxa, Cie Jo Bithume, Strange Fruit als toppers. Ook straattheater maakt deel uit van het programma, met als klap op de vuurpijl - TAZ haalt dan zelfs de BBC - Buffet Canibale van Cie Cacahuète. De naakte acteur, gelegen voor een traiteurszaak, wordt onder luid protest van de omstaanders opgepakt door de politie.
Vanuit zijn achtergrond als regisseur brengt Marc Lybaert ook jong filmtalent naar zee en worden nieuwe films als Hombres complicados in Ciné Rialto voor het eerst vertoond aan het publiek.
Op het eind van deze eerste editie worden, mede onder impuls van Marc Lybaert, prijzen uitgereikt aan jong talent, de Persoonlijkheidsprijs, Prijs van de Toekomst en de KBC Jongtheaterprijs, KBC nog steeds hoofdsponsor van TAZ zijnde. Een ‘traditie’ die inherent deel uitmaakt van het DNA van TAZ en voor veel jong talent een springplank betekent naar een professionele carrière